neutrofiel
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: neutrofiel (hulp, bestand)
Woordafbreking
- neu·tro·fiel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | neutrofiel | neutrofielen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de neutrofiel m
- (biologie) een van de vijf hoofdsoorten leukocyten
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | neutrofiel | neutrofieler | meest neutrofiel |
verbogen | neutrofiele | neutrofielere | meest neutrofiele |
Bijvoeglijk naamwoord
neutrofiel
- (medisch) kleurbaar met neutrale kleurstoffen
Vertalingen
1. kleurbaar met neutrale kleurstoffen
Gangbaarheid
- Het woord 'neutrofiel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -fiel in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Biologie in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal