neuroot

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neu·root
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord neuroot neuroten
verkleinwoord neurootje neurootjes

Zelfstandig naamwoord

de neurootv / m

  1. (pejoratief) overdreven angstig, depressief, gevoelig en precies iemand
    • Gisteren werd de tweede editie gehouden. En het kan gerust een succes genoemd worden, vindt Michel ten Elsen. Terwijl hij en zijn partner nog druk in de weer zijn met het laatste deel van de puzzel met als thema ‘Voetbalwaanzin’, legt hij uit: „Het is ooit begonnen met twee neuroten uit het dorp, later bleken er nog veel meer puzzelgekken te zijn”, lacht hij. „Toen heb ik een vracht puzzels gekocht en hebben we besloten een wedstrijd te houden.” [2] 
  2. (medisch) patiënt die volgens de psychoanalytische theorie structureel ineffectief omgaat met problemen
    • Zenuwstoringen die in de overtreffende trap gaan, beletten mensen om goed te functioneren (neurose) en leiden er zelfs toe dat ze van de realiteit vervreemden (psychose). Over het verschil tussen beide is in de psychiatrie veel geschreven. De Hongaarse psychiater Thomas Szasz vatte het kernachtig samen: ‘De neuroot twijfelt en is bang voor mensen en dingen. De psychoot heeft overtuigingen en maakt aanspraken.’ [3] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. neuroot op website: Etymologiebank.nl
  2. Tubantia 29-12-2015
  3. de Standaard ZATERDAG 18 FEBRUARI 2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be