netwerkcomputer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- net·werk·com·pu·ter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van netwerk en computer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netwerkcomputer | netwerkcomputers |
verkleinwoord | netwerkcomputertje | netwerkcomputertjes |
Zelfstandig naamwoord
de netwerkcomputer m
- (informatica) computer zonder harde schijf waarmee informatie op een computernetwerk kan worden geraadpleegd
Gangbaarheid
- Het woord 'netwerkcomputer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.