netnummer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • net·num·mer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord netnummer netnummers
verkleinwoord netnummertje netnummertjes

Zelfstandig naamwoord

netnummer o

  1. (telecommunicatie) nummer van een bepaald regionaal telefoonnet, deel van het nationale net. Alle telefoonnummers in een zelfde regio hebben hetzelfde netnummer
    • het netnummer van Amsterdam is 020, inclusief het landnummer wordt dit 003120 
Synoniemen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be