netbook

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

netbook
Uitspraak
Woordafbreking
  • net·book
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Enhgels
enkelvoud meervoud
naamwoord netbook netbooks
verkleinwoord netbookje netbookjes

Zelfstandig naamwoord

het netbooko

  1. (techniek) een categorie van kleine, lichte en goedkope laptops die geschikt zijn voor algemeen gebruik en om toegang te krijgen tot internetapplicaties
     Verwacht wordt dat Apple's nieuwste creatie de iTablet, iPad of de iSlate zal gaan heten. Het zal waarschijnlijk iets kleiner zijn dan de gemiddelde netbook en onder meer een aanraakscherm hebben.[1]
     De verkoopcijfers van tabletcomputers zijn voor het eerst die van netbooks gepasseerd. In het vierde kwartaal van 2010 werden in Nederland ruim 93.000 minilaptops (netbooks) verkocht, een daling van 17,5 procent vergeleken met een kwartaal eerder.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Recordwinst voor Apple” (26-01-2010), NOS
  2. Bronlink Weblink bron
    Nik Wouters
    “Kleine laptop legt het af tegen tablet” (07-02-2011), NOS