netbeheerder
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- net·be·heer·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van net en beheerder
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | netbeheerder | netbeheerders |
verkleinwoord | netbeheerdertje | netbeheerdertjes |
Zelfstandig naamwoord
de netbeheerder m
- (beroep) beheerder (persoon of bedrijf) van een netwerk, b.v. een elektriciteitsnetwerk of kabelnetwerk
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord netbeheerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.