nerven

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ner·ven

Zelfstandig naamwoord

de nervenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord nerf
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
nerven
nerfde
generfd
zwak -d volledig

Werkwoord

nerven [1]

  1. de nerf verwijderen

Gangbaarheid

Meer informatie

93 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen


Deens

Woordafbreking
  • ner·ven

Zelfstandig naamwoord

nerven, g

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van nerve


Noors

Woordafbreking
  • ner·ven
Naar frequentie 32191

Zelfstandig naamwoord

nerven, m

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van nerve


Nynorsk

Woordafbreking
  • ner·ven

Zelfstandig naamwoord

nerven,

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van nerve