nekspier

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nek·spier
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nekspier nekspieren
verkleinwoord nekspiertje nekspiertjes

Zelfstandig naamwoord

de nekspierv / m

  1. (anatomie) een van de spieren van de nek die vooral dienen om het hoofd op te heffen en te draaien om de lengteas
    • Als je de nekspieren verrekt, heb je een stijve nek. 
    • Na langdurig werken achter de computer kun je last krijgen van je nekspieren. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be