nekhaar
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nek·haar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nek en haar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nekhaar | nekharen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (anatomie) haar dat in de nek groeit
Gangbaarheid
- Het woord nekhaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nekhaar" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be