neither
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Engels
Uitspraak
- Geluid: neither (VS) (hulp, bestand)
- IPA: /'naɪðə/
Woordherkomst en -opbouw
- Middelengels naither, vervormd onder invloed van aither ‘wie van beide(n)’ uit nawther, noþer, naðer (vanwaar ook nor ‘noch’), ontwikkeld uit Oudengels nāwþer, gesyncopeerd uit nāhwæþer, samenstelling van nā ‘nee, niet’ en hwæþer ‘wie van de twee’. Evenals Oudfries nahwedder.
Voorzetsel
neither
- geen van beide
- evenmin
Voegwoord
neither