negerzoen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

negerzoen
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·ger·zoen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘met geklopt eiwit gevuld koekje, overtrokken met chocolade’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • samenstelling van  neger  en  zoen  [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord negerzoen negerzoenen
verkleinwoord negerzoentje negerzoentjes

Zelfstandig naamwoord

de negerzoenm

  1. lekkernij, bestaande uit een rond wafeltje, een bolletje schuim (van suiker en ei) en een overkapping van chocolade
    • Met zijn verjaardag trakteerde hij op negerzoenen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
88 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen