negenhonderdtweeënnegentig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 9 9 2
negenhonderdtweeënnegentig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·tweeën·ne·gen·tig, ne·gen·hon·derd·twee·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdtweeënnegentig

  1. "992", het getal tussen negenhonderdeenennegentig en negenhonderddrieënnegentig, negenhonderd plus tweeënnegentig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderdtweeënnegentig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderdtweeënnegentig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderdtweeënnegentig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderdtweeënnegentig negenhonderdtweeënnegentigs
verkleinwoord negenhonderdtweeënnegentigje negenhonderdtweeënnegentigjes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderdtweeënnegentigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 992 is aangeduid
    • Als jij negenhonderdtweeënnegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

negenhonderdtweeënnegentig mv

  1. groep van 992 eenheden
    • Die negenhonderdtweeënnegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid