negenhonderddrieëndertig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 9 3 3
negenhonderddrieëndertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·drieën·der·tig, ne·gen·hon·derd·drie·en·der·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderddrieëndertig

  1. "933", het getal tussen negenhonderdtweeëndertig en negenhonderdvierendertig, negenhonderd plus drieëndertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen negenhonderddrieëndertig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer negenhonderddrieëndertig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "negenhonderddrieëndertig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord negenhonderddrieëndertig negenhonderddrieëndertigs
verkleinwoord negenhonderddrieëndertigje negenhonderddrieëndertigjes

Zelfstandig naamwoord

de negenhonderddrieëndertigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 933 is aangeduid
    • Als jij negenhonderddrieëndertig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

negenhonderddrieëndertig mv

  1. groep van 933 eenheden
    • Die negenhonderddrieëndertig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid