nefroloog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·fro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nefroloog nefrologen
verkleinwoord nefroloogje nefroloogjes

Zelfstandig naamwoord

de nefroloogm

  1. (beroep), (medisch) een specialist die de nefrologie beoefent, een arts die zich bezighoud met nieraandoeningen
    • Mijn neef is een nefroloog. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

59 % van de Nederlanders;
73 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be