nefroloog
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ne·fro·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nefroloog | nefrologen |
verkleinwoord | nefroloogje | nefroloogjes |
Zelfstandig naamwoord
nefroloog m
- (beroep), (medisch) een specialist die de nefrologie beoefent, een arts die zich bezighoud met nieraandoeningen
- Mijn neef is een nefroloog.
Verwante begrippen
Vertalingen
1. (medisch) een specialist die de nefrologie beoefent
Gangbaarheid
- Het woord nefroloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nefroloog" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -loog in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Beroep in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 59 %
- Prevalentie Vlaanderen 73 %