neemt over

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neemt over
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
overnemen

neemt (…) over

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overnemen
    • Jij neemt over. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overnemen
    • Hij neemt over. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overnemen
    • Neemt over! 

Gangbaarheid