naziverleden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·zi·ver·le·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nazi en verleden
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naziverleden | naziverledens |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
naziverleden o
- (politiek) een verleden waarin sprake was van deelname aan nazipraktijken
- Hoe 10 succesvolle Duitse bedrijven worstelen met hun nazi-verleden [1]
Gangbaarheid
- Het woord naziverleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.