nazipartij

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·zi·par·tij
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord nazipartij nazipartijen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de nazipartijv

  1. politieke partij met een nationaal socialistisch programma
     Tegen deze achtergrond moest de conferentie duidelijk maken dat de SS het voortouw zou nemen bij de uitvoering van Hitlers moordplannen. Vertegenwoordigers van de nazipartij, betrokken ministeries en het bestuur van de bezette gebieden kregen te verstaan dat ze moesten meewerken met de man die de vergadering had belegd, de meedogenloze Reinhard Heydrich.[1]
     Ironisch genoeg was de man die geholpen had deze gunstige verandering tot stand te brengen de gek Hermann Gôring, die zelfs vicevoorzitter was in die nazipartij met de stormtroepen waarvan ze zich nu de complete naam niet kon herinneren. De afkorting was in elk geval NSDAP.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 17 juli 2022 Weblink bron
    Lambert Teuwissen
    “Holocaust was 'afschrikwekkende vanzelfsprekendheid' op Wannseeconferentie” (Donderdag 7 april 2022), NOS
  2. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044625691