nazidom
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·zi·dom
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nazidom | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
nazidom o
- de nationaalsocialisten en alles wat daarmee verband houdt
- ▸ Tijdens haar derde huwelijk, met een tycoon van General Electric, stort in 1929 het 'goochelsysteem' van aandelen in elkaar en verspeelt zij haar fortuin. Als ze daarna trouwt met een prins van verarmde Duitse adel, Heinricht XXIII Reuss (in welk geslacht alle zonen Heinrich heten, vandaar die nummering) levert haar dat de titel 'prinses' op. En ons uitzicht op de opmars van antisemitisme en nazidom in de hoogste kringen.[1]
- ▸ Opperbevelhebber Dwight D. Eisenhower zei op die dag: „Het einde van het nazidom is eindelijk in zicht.”[2]
Gangbaarheid
- Het woord nazidom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nazidom" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
45 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “In de Amerikaanse Prinses beleef je de geschiedenis vanuit de upper class ****” (29 november 2015), Het Parool
- ↑
Weblink bron “„Vergeten slag was sleutel voor de bevrijding”” (20-10-2014), Reformatorisch Dagblad
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be