nazca

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
nacer

nazca

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacer
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacer
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van nacer