navorsen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·vor·sen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en vorsen ww
Werkwoord
navorsen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
navorsen |
vorste na |
nagevorst |
zwak -t | volledig |
- grondig en zorgvuldig onderzoeken
- Broeder Lawrence staat bekend om zijn leven dicht bij God. Hij heeft een hekel aan het inkopen van wijn in Bourgondië en evenzo aan het werk in de keuken. Tot hij ontdekt dat hij juist in de gewone taken veel meer Gods nabijheid ervaart dan in de religieuze plichten. Zelfs het navorsen van zonden en het belijden ervan heeft minder effect op heiliging dan het zoeken van God in zijn dagelijks werk. Hij zegt tot God: „Het is uw werk wat ik doe.” Zo kan hij vijftien jaar in de keuken staan, omdat hij daar „kleine dingen voor Gods liefde” kan doen. [2]
Synoniemen
- bestuderen, bestuderen ontrafelen, uitvissen, napluizen, exploreren, nasporen, onderzoeken, speuren, uitzoeken, bestuderen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'navorsen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "navorsen" herkend door:
69 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad Elco van Burg 12-02-2019 Column: Het heilige alledaagse
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-t) in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 69 %
- Prevalentie Vlaanderen 78 %