natuurwetenschapster
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·tuur·we·ten·schap·ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurwetenschapster | natuurwetenschapsters |
verkleinwoord | natuurwetenschapstertje | natuurwetenschapstertjes |
Zelfstandig naamwoord
de natuurwetenschapster v
- vrouwelijke vorm van natuurwetenschapper
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord 'natuurwetenschapster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.