natuursteen

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tuur·steen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuursteen natuurstenen
verkleinwoord natuursteentje natuursteentjes

Zelfstandig naamwoord

natuursteen m

  1. Natuursteen is in de bouwkunde en civiele techniek een gesteente, dat in de natuur wordt aangetroffen en dat na een eventuele bewerking, geschikt is als bouwmateriaal.
    • Baksteen en beton zijn geen natuursteen terwijl graniet dat wel is. 

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be