natuurfilm

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tuur·film
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurfilm natuurfilms
verkleinwoord natuurfilmpje natuurfilmpjes

Zelfstandig naamwoord

natuurfilm m [1]

  1. (media) een speelfilm of documentaire, waarin een of meer delen van de natuur, in de zin van "al wat leeft, met uitzondering van de mens", op een of andere manier centraal staat
     Bij natuurfilms denken we meestal meteen aan Afrika en niet aan de Hollandse polder. Maar de bioscoopfilm de Nieuwe Wildernis is juist daar in de Oostvaardersplassen opgenomen.[2]
     Earth, Bird Flight, Frozen Planet? natuurfilms lijken populairder dan ooit en de documentairemakers gaan steeds een stapje verder voor het perfecte shot. Een Britse documentairemaker is nu alleen iets te ver gegaan. Volgens de Noorse autoriteiten heeft de filmcrew van Jason Roberts de ijsberen lastig gevallen.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink Weblink bron
    23-09-2013
    “Bioscoopfilm Nieuwe Wildernis in première” (23-09-2013), NOS
  3. Bronlink Weblink bron “'Britse filmmaker valt ijsberen lastig'” (20-03-2013), NOS