natuurfenomeen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tuur·fe·no·meen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord natuurfenomeen natuurfenomenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het natuurfenomeeno

  1. een opvallend verschijnsel dat zijn oorsprong vindt in de natuur
     Onder meer op Terschelling was het natuurfenomeen te zien. En veel zuidelijker, op het Spaanse eiland Gran Canaria, was de bloedmaan, zoals een totale maansverduistering vanwege zijn rode gloed ook wel heet, goed waar te nemen.[1]
     Een opmerkelijk natuurfenomeen in het Belgische Geel: een oehoe en haar drie jongen wonen daar op het balkon van de Nederlander Jos Baart. De vogels hebben zich genesteld in een bloembak voor het raam.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2022 Weblink bron “Maansverduistering gedeeltelijk in Nederland te zien” (16 mei 2022), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2022 Weblink bron “Nederlander heeft oehoe-nest op het balkon: 'Feest'” (17-05-2020), NOS