natuurfenomeen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·tuur·fe·no·meen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van natuur zn en fenomeen zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | natuurfenomeen | natuurfenomenen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het natuurfenomeen o
- een opvallend verschijnsel dat zijn oorsprong vindt in de natuur
- ▸ Onder meer op Terschelling was het natuurfenomeen te zien. En veel zuidelijker, op het Spaanse eiland Gran Canaria, was de bloedmaan, zoals een totale maansverduistering vanwege zijn rode gloed ook wel heet, goed waar te nemen.[1]
- ▸ Een opmerkelijk natuurfenomeen in het Belgische Geel: een oehoe en haar drie jongen wonen daar op het balkon van de Nederlander Jos Baart. De vogels hebben zich genesteld in een bloembak voor het raam.[2]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord natuurfenomeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Maansverduistering gedeeltelijk in Nederland te zien” (16 mei 2022), NOS
- ↑ Weblink bron “Nederlander heeft oehoe-nest op het balkon: 'Feest'” (17-05-2020), NOS