naturaverzekering

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tu·ra·ver·ze·ke·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naturaverzekering naturaverzekeringen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de naturaverzekeringv

  1. overeenkomst waarbij je premie betaalt aan een assurantiebedrijf dat je een dienst zal leveren die nodig is als een bepaald risico zich voordoet
    Dit is de tegenhanger van de verzekeringen waarbij je een geldbedrag krijgt uitgekeerd als vergoeding voor een dienst die je zelf inkoopt. Bij een naturaverzekering vormen de verzekerden als het ware een inkoopcombinatie, waardoor er een prijsvoordeel ontstaat.
     Zo’n 70 procent van de Nederlanders heeft een uitvaartverzekering afgesloten, volgens het Verbond van Verzekeraars. (…) Dit gaat om óf een naturaverzekering, waarbij de verzekeraar de uitvaart verzorgt, óf een kapitaalverzekering - waarbij een bedrag wordt uitgekeerd waarmee de nabestaanden de uitvaart zelf kunnen organiseren.[1]
     Deze verzekering is een zogeheten naturaverzekering waarbij de zorgverzekeraar selectief inkoopt. Het tarief van de doorgaans duurdere restitutiepolis, waarbij de verzekerde zelf bepaalt welke arts of kliniek wordt gekozen, is nog niet bekend.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 30 oktober 2020 Weblink bron
    Caroline van Keeken & Thomas Rueb
    “Timmer je eigen kist - en meer besparende uitvaarttips” (6 oktober 2014) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 30 oktober 2020 Weblink bron “Zorgpremie bij Zilveren Kruis daalt met 8 procent” (22 oktober 2013) op nrc.nl op Wikipedia