natter
![]() |
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nat·ter
Bijvoeglijk naamwoord
natter
- onverbogen vorm van de vergrotende trap van nat
- ▸ Het kwam er vooral op aan dat hij niet zou overlopen, anders zou mijn slaapzak nog natter worden.[1]
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018),
Noors
Woordafbreking
- nat·ter
Werkwoord
natter
- tegenwoordige tijd van natte