nationalist
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nationalist (hulp, bestand)
Woordafbreking
- na·ti·o·na·list
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nationalist | nationalisten |
verkleinwoord | nationalistje | nationalistjes |
Zelfstandig naamwoord
de nationalist m
- nationaal gezind persoon, aanhanger van het nationalisme
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord nationalist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nationalist" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be