natie

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘volk’ voor het eerst aangetroffen in 1408 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord natie naties
natiën
verkleinwoord natietje natietjes

Zelfstandig naamwoord

natie v

  1. (geopolitiek), (sociologie) een groep mensen (volk) die zich door gemeenschappelijke taal, cultuur of politieke geschiedenis verbonden voelt en een staat vormen
    • De naties van de Europese Unie zijn begonnen aan een gemeenschappelijke politieke ontwikkeling. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen