nasi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·si
Woordherkomst en -opbouw
[1] enkelvoud meervoud
naamwoord nasi -
verkleinwoord
[2, 3] enkelvoud meervoud
naamwoord nasi nesiiem
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

nasi m

  1. (voeding) nasi goreng (het woord "nasi" wordt in het Nederlands gebruikt als aanduiding van een gerecht van gebakken gekookte rijst, dat in het Indonesisch "nasi goreng" heet)
  2. (Jiddisch-Hebreeuws) vorst
  3. (Jiddisch-Hebreeuws) president, voorzitter
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
85 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen


Indonesisch

Woordafbreking
  • na·si

Zelfstandig naamwoord

nasi

  1. (voeding) gekookte rijst
  2. (figuurlijk) levensonderhoud, "dagelijks brood"
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen


Minangkabaus

Zelfstandig naamwoord

nasi

  1. gekookte rijst
Verwante begrippen


Xhosa

Enkelvoud Meervoud
Klasse Dichtbij Verder Verst Klasse Dichtbij Verder Verst
1 nanku nanko nankuya 2 naba nabo nabaya
3 nangu nango nanguya 4 nantsi nantso nantsiya
5 nali nalo naliya 6 nanga nango nangaya
7 nasi naso nasiya 8 nazi nazo naziya
9 nantsi nantso nantsiya 10 nanzi nanzo nanziya
11 nalu nalo naluya
14 nabu nabo nabuya  
15 nanku nanko nankuya

Aanwijzend voornaamwoord

nasi 7

  1. dit hier is ... verwijzend naar een woord van klasse 7
    «Nasi isikolo sam.»
    Dit is mijn school.