narrativiteit

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nar·ra·ti·vi·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord narrativiteit narrativiteiten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de narrativiteitv

  1. dat wat een verhaal tot verhaal maakt
     Spreken over narrativiteit vindt hij gevaarlijk, omdat het van de Bijbel een groot verhalenboek maakt.[1]
     Dat stelt ds. Kees van Dusseldorp, gereformeerd vrijgemaakt predikant in Capelle aan den IJssel. Vandaag promoveert hij aan de Theologische Universiteit Kampen op de rol van narrativiteit, het vertellen van verhalen, in de homiletiek, de preekkunde.[2]
     Rationaliteit en objectiviteit worden bijvoorbeeld klassiek met mannelijkheid gelinkt, terwijl andere perspectieven in de wetenschap en de maatschappij vertrekkend vanuit relationaliteit, narrativiteit en betrokkenheid gelinkt worden met vrouwelijkheid en als minderwaardig beschouwd worden.[3]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink Weblink bron “Recht doen aan eigenheid van de Bijbel” (19 mei 2003), Reformatorisch Dagblad
  2. Bronlink Weblink bron
    Albert-Jan Regterschot
    “„Preek heeft plek in levensverhaal”” (29 februari 2012), Reformatorisch Dagblad
  3. Bronlink Weblink bron “Constructivisme (filosofie)” (geraadpleegd 3 augustus 2021), Wikipedia