narijden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van na bw en rijden ww
Werkwoord
narijden [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
narijden |
reed na |
nagereden |
klasse 1 | volledig |
- (paard)rijdend achtervolgen
- ‘In galop, meester. Iedereen zal u voor een Jezuïet verslijten die orders gaat geven, en we zijn de grenzen al over voor men ons narijden kan.’ Deze woorden sprekend vloog hij al weg, aldoor schreeuwend in het Spaansch: ‘op zij, op zij voor den eerwaardigen Vader Kolonel.’ [2]
Gangbaarheid
- Het woord narijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "narijden" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ (1940)– [tijdschrift] Stem, De Proza van Voltaire vertaald door Dirk Coster
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 8
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Sterk werkwoord klasse 1 in het Nederlands
- Scheidbaar werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 76 %
- Prevalentie Vlaanderen 81 %