namelijk

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • na·me·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘bijwoord van modaliteit: met name’ voor het eerst aangetroffen in 1236 [1]
  • afgeleid van naam met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e- [2]

Bijwoord

namelijk

  1. met name genoemd: luidt een nadere precisering in
    • Ook woorden in het Lezgi zijn op WikiWoordenboek te vinden. Het is namelijk een meertalig woordenboek. 
     Er zou die dag namelijk pas na 32 kilometer water te vinden zijn, waardoor ik zeven liter water boven op mijn basisuitrusting mee moest sjouwen.[3]
Afkorting
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen