nagt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nagt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
naggen |
nagt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naggen
- Jij nagt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van naggen
- Hij nagt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van naggen
- Nagt!
Gangbaarheid
- Het woord nagt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.