nagelbed
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·gel·bed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nagel en bed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nagelbed | nagelbedden |
verkleinwoord | nagelbedje | nagelbedjes |
Zelfstandig naamwoord
het nagelbed o
- (anatomie) een weefsel onder en achter de nagel, waar de nagel uitgroeit
Synoniemen
Vertalingen
1. een weefsel onder en achter de nagel, waar de nagel uitgroeit
Gangbaarheid
- Het woord nagelbed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nagelbed" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be