naga
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- na·ga
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nagaan |
naga
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nagaan
- ... dat ik naga.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
nagaan |
naga
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van nagaan
- ... dat men naga.
Gangbaarheid
- Het woord naga staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.