nadelig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  nadelig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• na·de·lig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van nadeel met het achtervoegsel -ig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	nadelig	nadeliger	nadeligst
verbogen	nadelige	nadeligere	nadeligste
partitief	nadeligs	nadeligers	-

Bijvoeglijk naamwoord

nadelig

1. kwalijk, schadelijk

Vertalingen

    1. kwalijk, schadelijk   

Duits: schädlich (de) Engels: adverse (en), detrimental (en), disadvantageous (en), harmful (en), prejudicial (en) Esperanto: malutila (eo)

Spaans: contrario (es), nocivo (es), perjudicial (es)

Gangbaarheid

• Het woord nadelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "nadelig" herkend door:

99 %	van de Nederlanders;
99 %	van de Vlamingen.