nachtwacht
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nachtwacht (hulp, bestand)
- IPA: / ˈnɑxtwɑxt / (2 lettergrepen)
Woordafbreking
- nacht·wacht
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nacht en wacht
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtwacht | [1] nachtwachten |
verkleinwoord | nachtwachtje | nachtwachtjes |
Zelfstandig naamwoord
nachtwacht [1]
- m nachtwachter
- De nachtwacht liep ieder uur zijn ronde door de stad.
nachtwacht v
- v / m bewaking in de nacht, de groep van nachtwachters
- De nachtwacht is geregeld via een dienstschema.
Synoniemen
- [2] nachtwake
Afgeleide begrippen
Vertalingen
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord nachtwacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.