nachttraining
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nacht·trai·ning
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nacht en training
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachttraining | nachttrainingen |
verkleinwoord | nachttraininkje | nachttraininkjes |
Zelfstandig naamwoord
- een training die men 's nachts houdt.
- een training gehouden om om te gaan met de omstandigheden van de nacht goed om te leren gaan.
Gangbaarheid
- Het woord 'nachttraining' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.