nachtspook
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nachtspook (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nacht·spook
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nacht en spook [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtspook | nachtspoken |
verkleinwoord | nachtspookje | nachtspookjes |
Zelfstandig naamwoord
het nachtspook o
- spook wat bij voorkeur ´s nachts opereert
Gangbaarheid
- Het woord 'nachtspook' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.