nachtkastlampje

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • nacht·kast·lamp·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

het nachtkastlampjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nachtkastlamp
     Harrie knipt demonstratief het nachtkastlampje uit en draait zijn vrouw de rug toe.[1]
Opmerkingen
  • Dit verkleinwoord is meer gangbaar dan "nachtkastlamp".

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 15 juni 2021 Weblink bron Fictie met een Rotterdamse inslag : Maasboulevard in: Het vrije volk, jrg. 44 nr. 12752 (24 december 1988), De Arbeiderspers, Rotterdam, p. 22 kol. 3