nachtkastje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: nachtkastje (hulp, bestand)
Woordafbreking
- nacht·kast·je
Zelfstandig naamwoord
het nachtkastje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord nachtkast
- ▸ Op een nachtkastje stond een foto van een man in een Engels luitenantsuniform.[1]
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord nachtkastje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nachtkastje" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628265
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be