nachtclub
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- nacht·club
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van nacht en club
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | nachtclub | nachtclubs |
verkleinwoord | nachtclubje | nachtclubjes |
Zelfstandig naamwoord
nachtclub m
- een uitgaansgelegenheid voor volwassenen, vaak met erotisch vermaak
- Hij was gewend naar nachtclubs te gaan.
- ▸ Twee van de gemelde incidenten waren in een nachtclub, één in een café of daar in de buurt. Dat blijkt uit de aangiftes die de redactie van NOS Stories in handen heeft. Eén aangifte leidde daadwerkelijk tot een politieonderzoek waarbij camerabeelden van de betreffende club werden opgevraagd.[1]
Vertalingen
1. een uitgaansgelegenheid voor volwassenen
Gangbaarheid
- Het woord nachtclub staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "nachtclub" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron
Jeroen Gortworst“Meer aangiftes van drogeren met een naald, landelijk beeld ontbreekt” (15 mei 2022), NOS - ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be