naasting
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- naas·ting
Woordherkomst en -opbouw
- naamwoord van handeling van naasten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naasting | naastingen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- (financieel) een zakelijk recht dat de houder ervan het recht geeft als eerste een zeker goed te kopen
- nationalisering
- ▸ China financierde naasting Russisch oliebedrijf: China blijkt een sleutelrol te hebben gespeeld bij de omstreden veiling van de Russische oliemaatschappij Yuganskneftegaz in december.[2]
- ▸ Protectionisme, naasting van buitenlandse bezittingen en 'Griekse toestanden' in heel Zuid-Europa liggen meer voor de hand. De muntunie wordt pas echt een splijtzwam als die ook werkelijk uiteenvalt.[3]
Vertalingen
2. nationalisering
Gangbaarheid
- Het woord naasting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "naasting" herkend door:
29 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “China financierde naasting Russisch oliebedrijf” (01-02-2005), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Dirk-Jan van Baar“De euro heeft de crisis boven verwachting goed doorstaan” (2 augustus 2015), de Volkskrant
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be