naaktslakken
Uiterlijk
- (IPA in voorbereiding)
- naakt·slak·ken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | naaktslakken | |
verkleinwoord |
de naaktslakken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord naaktslak
- meervoudsvorm als officiële benaming (buikpotigen) een onderorde Stylommatophora van weekdieren uit de klasse buikpotigen (Gastropoda ). Naaktslakken hebben geen slakkenhuis en zijn hierdoor zeer gevoelig voor uitdroging omdat ze zich niet kunnen terugtrekken in een afsluitbaar huisje, ze houden het alleen uit in een vochtige omgeving
- [2] longslakken, slakken, weekdieren, dieren
- [2] bos-aardslak, bos-wegslak, bruine wegslak, donkere wegslak, egelwegslak, gele kielnaaktslak, gestippelde kielnaaktslak, grauwe wegslak, grote mutsnaaktslak, kleine akkerslak, kleine mutsnaaktslak, lichte aardslak, oostelijke akkerslak, oranjebruine wegslak, Siciliaanse kielnaaktslak, slanke kielnaaktslak, Spaanse aardslak, witte akkerslak, zuidelijke akkerslak, zwarte aardslak, zwarte kielnaaktslak, zwarte wegslak, zwervende akkerslak
- [2] duistere wegslak, gevlekte akkerslak, Spaanse wegslak, wegslak
- Het woord naaktslakken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 12
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Nederlands
- Meervoudsvorm binnen nomenclatuur in het Nederlands
- Buikpotigen in het Nederlands
- Weekdieren in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal