naainaald

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

naainaald
Uitspraak
Woordafbreking
  • naai·naald
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord naainaald naainaalden
verkleinwoord naainaaldje naainaaldjes

Zelfstandig naamwoord

de naainaaldv / m

  1. (huishouden) scherpe naald met een oog, die men gebruikt voor naaiwerk
    • Tonges probeerde de naald uit zijn mond te krijgen, maar dat lukte niet direct omdat het vastzat. Toen hij er uiteindelijk in geslaagd was, zag hij dat het niet om een houtje ging. "Het leek een gewone naainaald, maar er zat geen oogje in. Het was scherp aan beide kanten". [2] 
    • Een Facebookgebruiker had enkele dagen geleden aan de bel getrokken over de naalden. Hij stelde dat een vriend "een halve naainaald had geconsumeerd" en met hevige pijn naar het ziekenhuis moest. Uit nader onderzoek zou zijn gebleken dat ook een naald in een andere aardbei zat. [3] 
Hyperoniemen

Gangbaarheid

80 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen