mystificeerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mys·ti·fi·ceer·de

Werkwoord

vervoeging van
mystificeren

mystificeerde

  1. enkelvoud verleden tijd van mystificeren
    • Ik mystificeerde. 
    • Jij mystificeerde. 
    • Hij, zij, het mystificeerde.