mynta

Uit WikiWoordenboek


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • myn·ta
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van de Latijnse zelfstandige naamwoorden menta en mentha
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
mynta
myntade
myntat
zwakke
vervoeging
volledig

Werkwoord

mynta

  1. aanmunten, munten, munten slaan
  2. (figuurlijk) creëren (bijv. een nieuw woord of een nieuwe uitdrukking)
Synoniemen
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   mynta     myntan     myntor     myntorna  
genitief   myntas     myntans     myntors     myntornas  

Zelfstandig naamwoord

mynta

  1. (plantkunde) Mentha op Wikispecies, het taxonomische geslacht munt
  2. (plantkunde) een plant uit het taxonomische geslacht munt
  3. (kruid), (medisch) munt
Hyperoniemen
Meroniemen
Verwante begrippen