muziekliefhebber

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  muziekliefhebber    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• mu·ziek·lief·heb·ber

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  muziek zn  en  liefhebber zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	muziekliefhebber	muziekliefhebbers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de muziekliefhebber m

1. iemand die muziek als hobby heeft; iemand die geniet van muziek

   ▸ Tsjechov moet er als groot muziekliefhebber vaak zijn geweest.

   ▸ De muziekliefhebber woont inmiddels in Nederland. In Syrië maakte hij een documentaire over de subcultuur., die ook tijdens de oorlog springlevend was.

Synoniemen

• melomaan

Vertalingen

    1. iemand die muziek als hobby heeft; iemand die geniet van muziek   

Engels: music lover (en),

Gangbaarheid

• Het woord muziekliefhebber staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.