muurvast

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • muur·vast
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen muurvast
verbogen muurvaste
partitief muurvasts

Bijvoeglijk naamwoord

muurvast

  1. vast in een muur bevestigd (dus niet zo vast als een muur!)
  2. (figuurlijk) heel erg vast, iets wat niet meer te veranderen is
    • Door gebrek aan kennis van de morfologie en het gedrag van deze populaire aquariumvis ging het mis voor een 28-jarige visslikker. De meerval zette, zoals gebruikelijk bij gevaar, de stekels van zijn vinnen uit en nestelde zich muurvast in de keel. Braken, doorduwen, spoelen met bier en smeren met honing hadden geen effect. [1] 
    • De meeste ongelovigen denken dat een gesprek niet zinvol is, omdat gelovigen muurvast zitten in het eigen gelijk. Wanneer het Bijbelcitaat, dat als fundament dient, enigszins eenduidig is, zullen de meeste christenen hun meningen nooit bijstellen. [2] 
Opmerkingen
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving met meest worden gebruikt. [3] [4]
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. NRC Kees Moeliker 2 januari 2017
  2. NRC Franca Treur 20 januari 2017
  3. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  4. Bronlink geraadpleegd op 2 mei 2021 Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be