muslinger

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • mus·lin·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord musling met het achtervoegsel -er
Naar frequentie 32352
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   -     -     muslinger     muslingene  
genitief   -     -     muslingers     muslingenes  

Zelfstandig naamwoord

muslinger mv

  1. (tweekleppigen) (taxonomisch) tweekleppigen (een taxonomische klasse)
Synoniemen
Hyperoniemen

Zelfstandig naamwoord

muslinger, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van musling